top of page

Woningruil

Twee soorten woningruil

In de praktijk worden twee routes gebruikt om woningruil te regelen. Woningruil loopt in 90% via route 1, de 'normale' route. Weigert de verhuurder? Dan kan de huurder een rechtszaak starten. De rechter gebruikt route 2 – dat moet de rechter doen omdat het in de wet staat.

Hieronder kun je een checklist downloaden waarin de verschillen tussen beide routes staan.

woningruil

De normale route: via de verhuurder

Er is toestemming nodig van de verhuurders van beide woningen. Veel verhuurders hebben hiervoor een standaardformulier. Een verhuurder mag zelf weten welke voorwaarden hij stelt aan woningruil.
Stemmen de verhuurders in? Dan zeggen de huurders hun huur op en maken de verhuurders nieuwe huurcontracten.


Gebruikelijke voorwaarden zijn bijvoorbeeld:

  • De vertrekkende huurder kan pas een aanvraag doen als hij een jaar gewoond heeft in zijn huidige woning.

  • De woning is passend voor de nieuwe huurder, qua aantal bewoners.

  • Idem qua inkomen.

  • De vertrekkende en de nieuwe huurder mogen geen huurachterstand hebben + een positieve verhuurdersverklaring.

  • De nieuwe huurder kan een huisvestingsvergunning krijgen.

​​

Soms geeft een verhuurder na woningruil een speciaal huurcontract: een contract met een minimale periode van een jaar. Daarmee kun je ‘nep-ruil’ proberen te voorkomen. Een huurcontract met een minimale periode is een onbepaalde-tijd-contract, maar de huurder kan in het eerste jaar niet opzeggen. 

Woningruil via de kantonrechter: indeplaatsstelling

Wil een verhuurder niet meewerken aan woningruil? Of stelt de verhuurder voorwaarden aan de woningruil, waar de huurder het niet mee eens is? Dan kan de huurder de woningruil afdwingen via de kantonrechter. De rechter kijkt of de huurder voldoet aan de voorwaarden die de wet stelt. 


De voorwaarden uit de wet zijn: 

  • De huurder moeten de huur kunnen betalen.

  • De huurder moet een ‘zwaarwichtig belang’ hebben bij de woningruil, bijvoorbeeld omdat een van de huurders geen trappen meer kan lopen en wil ruilen met een woning op de begane grond.

  • Het belang van de verhuurder weegt minder zwaar dan dat van de huurder.

  • De huurder kan een huisvestingsvergunning krijgen, als deze nodig is in de gemeente waar de nieuwe woning ligt. 

 

Geeft de kantonrechter toestemming voor de ruil? Dan volgt een indeplaatsstelling. Dat moet de rechter op die manier doen, want dat staat in de wet.

Bij ‘indeplaatsstelling’ lopen de huurovereenkomsten door, met andere namen. 

  • De huurprijzen blijven gelijk. Geen verhoging mogelijk.

  • De huurders worden verantwoordelijk voor eventuele beschadigingen of ZAV in elkaars woningen.

  • Huurders worden verantwoordelijk voor een evt. achterstand van de ruilpartner. Controleer dit vooraf! 

woningr

Downloads

Hoe beoordeel je woningruil?

infokaart woningruil.png
Veel gestelde vragen over woningruil
bottom of page